Invasief cardiaal onderzoek
Deze onderzoeken en behandelingen worden door de cardiologen van KLINA verricht in de dienst hartcatheterisatie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.
Hartcatheterisatie
Een hartcatheterisatie (of coronarografie) is een onderzoek waarbij de kransslagaders in beeld gebracht worden. Hierbij wordt een catheter (een dun slangetje) in de bloedvaten gebracht en opgeschoven tot aan de oorsprong van de kransslagaders aan de uitgang van het hart. Ook maakt men een opname van de pompfunctie van de hartkamer. Ook meet men in bepaalde gevallen drukken in diverse hartkamers om bv. de functie van de hartkleppen beter te beoordelen.
Het onderzoek wordt via de lies of via de pols verricht en gebeurt onder plaatselijke verdoving. U voelt het prikje van de locale verdoving maar niet het opschuiven van de catheter omdat de bloedvaten geen pijngevoel hebben. U kan wel een warmtegevoel voelen, waarvoor de arts u op voorhand zal verwittigen.
Het onderzoek vergt een opname van 1 à 2 dagen. Voor het onderzoek wordt een infuus in de arm gebracht en dient u nuchter te zijn. U mag enkel wat water drinken en de medicatie innemen. Zo het onderzoek via de lies gebeurt, wordt deze vooraf geschoren. Bepaalde bloedverdunners dienen vooraf gestopt (in samenspraak met uw arts te bepalen), maar aspirine dient niet gestopt te worden voor het onderzoek.
U wordt daags na het onderzoek ontslagen zo de prikplaats in orde is. Na het onderzoek mag u enkele dagen geen zware lasten tillen. Zo het onderzoek via de lies gebeurd is, mag u ook enkele dagen niet fietsen en geen ligbad nemen.
Functionele metingen
Als vernauwingen ernstig zijn, is er meestal geen twijfel dat deze behandeld moeten worden. Maar als een vernauwing matig ernstig is, wordt er vandaag de dag vaak een aanvullend onderzoek verricht door middel van een heel dun draadje dat in de kransslagader wordt geschoven en de druk voor en achter de vernauwing meet (dit tijdens het toedienen van een product dat de kransslagaders maximaal open zet). In functie van deze metingen wordt dan beslist of behandeling nodig is. Deze techniek noemt fractionele flow reserve of FFR. Dit is een betrouwbare en nuttige techniek.
Ballondilatatie en stentplaatsing
Vandaag de dag kunnen vernauwingen heel vaak behandeld worden via cathetertechnieken. Een ballondilatatie is het openrekken van een vernauwing in de kransslagaders door het opblazen van een ballonnetje dat in de slagader geschoven wordt. Meestal zal niet enkel een ballonetje gebruikt worden, maar zal ook een klein metalen spiraaltje of stent ingebracht worden. Dit verbetert het succes van de ingreep en verkleint de kans op een terug-vernauwing. De stent blijft achter in de kransslagader en zal uiteindelijk in de eigen bloedvatwand ingroeien. Tijdens het plaatsen van het ballonnetje of de stent kan u misschien pijn op de borst voelen. Er zijn ook stents bekleed met bepaalde medicamenten (zgn. medicijnstents of drug eluting stents), die minder kans geven op een terug-vernauwing. Welke stent gebruikt wordt, wordt beslist op het moment van de ingreep. Ballondilataties hebben een succespercentage van 98%. Complicaties kunnen optreden, maar zijn meestal behandelbaar.
Na de procedure dient u een tijdlang bloedverdunners te gebruiken, zeker tot de stent is ingegroeid in de vaatwand. Het is heel belangrijk deze nooit te stoppen zonder met uw arts te overleggen. Aspirine wordt in principe levenslang verder gegeven.
De dag na de behandeling kan u naar huis gaan, maar in een aantal gevallen zal u opnieuw naar AZ KLINA worden overgebracht, omdat nog aanvullende onderzoeken en behandelingen nodig zijn (bv. na een hartinfarct). Uw cardioloog zal u hiervan verwittigen.
Illustratie: links een voorbeeld van een vernauwde kransslagader, rechts het resultaat na behandeling met een stent.