Basis onderzoeken
Elektrocardiogram (EKG)
Het elektrocardiogram is een onmisbaar onderzoek in de cardiologie. Men legt elektroden aan ter hoogte van beide armen en benen en ter hoogte van de borstkas. Hiermee wordt de elektrische activiteit van de hartspier geregistreerd. Zo krijgt de arts onmisbare informatie over het ritme van het hart, en kan hij aanwijzingen krijgen over eventuele onderliggende aandoeningen.
Zo kan men zien of er zuurstofnood aan de hartspier is, of er ooit een hartinfarct geweest is, of er aandoeningen van de hartspier zijn en nog tal van andere zaken. Voor het nemen van een EKG is er geen voorbereiding nodig. Het is wel belangrijk dat de patiënt rustig en ontspannen ligt, om geen bewegingsartefacten te hebben.
Ergometrie
De ergometrie of fietsproef is een belangrijk routine-onderzoek tijdens de raadpleging bij de cardioloog. Dit onderzoek wordt vaak verricht bij patiënten die typische klachten hebben van pijn op de borst of hartkloppingen, of soms bij vage klachten van vermoeidheid of kortademigheid.
Bij dit onderzoek worden twaalf elektroden op de borst gekleefd om continu het ECG te monitoren. Ook een bloeddrukmeter ter hoogte van de bovenarm wordt aangehangen. Dan wordt aan de patiënt gevraagd om aan een bepaald toerental gedurende enkele minuten te fietsen waarbij de weerstand elke minuut toeneemt. Elke minuut zal de bloeddruk worden gemeten en een ECG wordt afgenomen. De bedoeling van het onderzoek is om een maximale test te bekomen. Na piekinspanning is er nog een herstel- of recovery periode. Zo kan de cardioloog een beeld krijgen van het verloop van hartritme en bloeddruk, en van de maximale inspanningscapaciteit. Door het continue volgen van het ECG kan er gekeken worden of er tijdens of na de test zuurstoftekort ter hoogte van de hartspier is opgetreden, wat kan wijzen op “angor pectoris” of vernauwing ter hoogte van de kransslagaders. Op het einde van de test kan de patiënt ofwel gerustgesteld worden, ofwel dient nog bijkomend onderzoek te gebeuren. Een ergometrie of fietstest is een veilig onderzoek dat te allen tijde kan worden onderbroken door de patiënt of arts bij klachten, of bij het optreden van zuurstoftekort of hartritmestoornissen.
Ergospirometrie
Een ergospirometrie is een onderzoek zoals een fietsproef. Het verschil met de klassieke fietsproef is dat tijdens de test ook het zuurstofverbruik en CO2-productie op een continue manier worden gemeten. De patiënt krijgt een masker op zijn aangezicht langs waar deze moet in- en uitademen.
Sommige patiënten vinden dit wat benauwend, maar dit is geen reden om de test niet te laten doorgaan. Een ergospirometrie wordt routinematig verricht bij patiënten die deelnemen aan een cardiaal revalidatieprogramma. Verder gebeurt het onderzoek op indicatie bij specifieke aandoeningen, bijvoorbeeld hartfalen, pulmonale (arteriële) hypertensie, congenitale aandoeningen,… .Bij aanvang van de test wordt een (beperkte) longfunctiemeting verricht. Eens dit is gebeurd, wordt aan de patiënt gevraagd te beginnen fietsen. Het verloop is zoals bij de fietsproef met bloeddrukmeting en EKG-name elke minuut. Met de resultaten van een ergospirometrie kan de cardioloog besluiten of de inspanningstest cardiaal, pulmonair of musculair beperkt is. Verder geven de verschillende parameters die worden gemeten belangrijke informatie over de prognose van de patiënt op cardiaal vlak. Tot slot kan de cardioloog in samenspraak met de kinesist of fysiotherapeut het trainingsschema aanpassen. Zoals de klassieke fietsproef is ook de ergospirometrie een veilig onderzoek dat te allen tijde door de patiënt, arts of kinesist kan worden afgebroken indien nodig.
Transthoracale echocardiografie (TTE)
Transthoracale echocardiografie is waarschijnlijk het belangrijkste routineonderzoek dat tijdens een raadpleging op de dienst hartziekten gebeurt. Het bovenlichaam dient te worden ontbloot.Tijdens het nemen van een echo van het hart ligt de patiënt op de linkerzijde. Dan kan de cardioloog met zijn probe en wat gel naar het hart kijken door ultrageluidsgolven uit te sturen.
Deze worden door de verschillende structuren van het hart en door het bloed weerkaatst.Via de computer wordt dan een beeld gemaakt. Op dit beeld kan de cardioloog metingen verrichten. Zo kan hij zien of er structureel hartlijden is, of de kamers of voorkamers zijn uitgezet. Hij kijkt naar de contractiliteit van het hart, of er vroeger al een hartinfarct is geweest. De kleppen worden in beeld gebracht. Een klep kan lekken (insufficiëntie) of vernauwd zijn (stenose). Verder kunnen nog onrechtstreeks drukken in de longen en in het hart worden gemeten. Omdat er op zeer korte tijd veel informatie over de functie van het hart wordt verzameld, is dit een fundamenteel basisonderzoek voor de hartspecialist. De geluidsgolven zijn ongevaarlijk. Het onderzoek gebeurt in comfortabele omstandigheden.